Juist nu (net nog in de winter) zijn mossen op hun mooist en zorgen ze voor kleur in het landschap. In Nederland komen er maar liefst 650 soorten mos voor. Ook in onze duinen zijn veel mossen te vinden, zoals het Groot duinsterretje, de Grijze bisschopmuts en het Rozetmos.
Mossen zijn ‘mini sporenplantjes’. De plantjes nemen vocht op via het bladoppervlak. In de wintertijd is het vochtig, waardoor de mossen er schitterend bij staan en groene tapijten vormen, terwijl daar in de zomer nauwelijks iets van te zien is. Elke soort stelt weer andere eisen aan de groeiplaats. Sommige soorten bedekken grote oppervlakten, terwijl andere soorten veel zeldzamer zijn.
De Nederlandse naam van een mos zegt meestal wel iets over het uiterlijk van de soort. Een soort die grote oppervlakten bedekt in de kalkrijke duinen is het Groot duinsterretje. Bij vochtige omstandigheden staan de bladeren als een sterretje uit.
Tussen de groene tapijten kun je ook mossen aantreffen met een witgrijze kleur. Het gaat om de Grijze bisschopmuts. Dit mos komt net als Groot duinsterretje veel voor in de kalkrijke duinen, maar is vooral te vinden op plekken waar het duin een beetje ontkalkt is. Deze soort is zeldzaam in Nederland.
Ook het Rozetmos beperkt zich vrijwel tot min of meer kalkrijke duingebieden. Het is een schitterend mosje, waarvan de brede bladen in een rozet aan de top staan.
Tekst en foto’s: Wim Langbroek